Bomen langs de weg

Een obstakelvrije zone biedt uit koers geraakte voertuigen de gelegenheid om vanuit de berm de weg op te rijden zonder botsing met een obstakel. Dit voorkomt enkelvoudige ongevallen.

In deze wegkenmerkendatabase wordt de afstand van bomen en ondergroei tot de weg weergegeven met behulp van afstandsklassen voor afstanden loodrecht op de verharding. In de lengterichting zijn wegen ingedeeld in vakken van 100 m voor informatie over variatie in kwaliteit van berminrichting in de lengterichting.

Bomen ter hoogte van geleiderails worden niet meegeteld omdat ze door de afscherming geen risico meer vormen voor de verkeersveiligheid. Ook de aanwezigheid van greppels, sloten en taluds als mogelijke gevarenzones in de berm vastgelegd op plekken zonder geleiderails. Op basis van hoogtedata in het AHN zijn ook de maximale hellingen vastgelegd omdat greppels, sloten en taluds niet volledig in de BGT zijn vastgelegd.

De wegkenmerkendatabase heeft betrekking op wegen met een maximumsnelheid van 60 km/h en hoger. Alle genoemde gevarenzones worden vastgelegd per afstandsklasse loodrecht op de verharding van de weg. Daarmee kan worden getoetst of binnen de minimale breedte van de obstakelvrije zone, die geldt voor de maximumsnelheid van de weg, al dan niet gevarenzones zoals bomen en greppels aanwezig zijn.

De wegkenmerkendatabase voor bomen, greppels, sloten en taluds wordt afgeleid uit het Boomregister (ontwikkeld op basis van AHN en andere overheidsdata), de BGT, het AHN en het NWB met een algoritme dat NEO heeft ontwikkeld.